Door: Dick Kreuzen (archivaris Oude Kerk)
Van alle graven naast de Oude Kerk ben ik in het verleden de herkomst/genealogie nagegaan om te achterhalen welke band deze mensen hadden met Soest en met de Oude Kerk. Eén van de graven is van Rosina Bouman.
De informatie die ik in 2007 over haar vond, was erg sober. Ze is geboren in 1799 te Sint Bartholomeus, omstreeks 1829 gehuwd met Hendrik Gullen en krijgt drie dochters die ongehuwd blijven en waarvan er twee ook in Soest overleden. Zij zelf overleed op 4 juni 1882 te Soest. Voor iemand die 83 jaar oud wordt een wel heel erg weinig uitgediepte levensloop. Dat vroeg dus om meer zoekwerk.
Allereerst maar eens op Google zoeken naar Sint Bartholomeus. Daar kan ik overnachten voor €1000 per nacht, maar dat is niet waar ik naar op zoek ben. Normaal gesproken probeer ik via doopboeken meer informatie te achterhalen. Maar van een eiland met omstreeks 1800 slechts 600 inwoners kun je geen kerk / predikant en zeker geen doopboek verwachten.
Het eiland St Bartholomeus werd in 1784 onder Lodewijk XVI verkocht door Frankrijk aan Zweden in ruil voor handelsrechten in Göteborg. Het werd een vrijhaven, waar gekaapte lading kon worden verkocht [Wikipedia] In 1877 kochten de Fransen het weer terug. Rosina is dus geboren op Zweeds grondgebied.
Gelukkig is zij gehuwd in Amsterdam en die gemeente heeft heel erg nauwkeurig huwelijksakten en geboorten resp. dopen vastgelegd. Zodoende kon ik achterhalen dat haar moeder Elisabeth Verduijn was. Zij heeft twee echtgenoten gehad waarbij zij drie dochters kreeg. Haar eerste dochter was Adèlle L’ÉVèQUE, geboren op 19‑03‑1794 te Guadeloupe West Indië, overleden op 61-jarige leeftijd op 10‑06‑1855 om 02.30 uur te Bloemendaal, huis Meerenberg. Zij is vele malen opgenomen geweest in het Buitengasthuis te Amsterdam wegens krankzinnigheid en werd daarom aan het eind van haar leven onder curatele gesteld.
Haar tweede dochter was Elisabeth Augusta BOUMAN, geboren in 1797 te St Bartholomé en overleden in 1824. Zij was gehuwd op 08‑04‑1815 te Amsterdam met Johann Heinrich August SCHMIDT, een 38-jarige koopman, geboren op 17‑09‑1776 te Vlotho in het graafschap Ravensberg, Dit echtpaar kreeg minimaal drie dochters, allen gedoopt in Vlotho [met dank aan de site van de mormonen die het mogelijk maakten dit te achterhalen].
Op 05-06-1816 huwden Hendrik GULLEN van Amsterdam, een makelaar van 23 jaar, “meerderjarige zoon van Jan Arend Gullen (overleden) en Gesina Luijken (buiten beroep) mede wonende alhier ten eene zijde en Rosina BOUMAN van het ijland St Bartholomeus op West Indien (buiten beroep), oud 18 jaar wonende alhier, minderjarige dochter van August Bouman zich ook genaamd hebbende August Johan Frederik Bouman en ,,,, overleden ten andere zijd.”
Gewapend met deze naam van haar vader stuiten we op een krantenartikel: op 4 augustus 1811 is te Amsterdam overleden als gevolg van een noodlottig Toeval: de heer A.J.F. Bouman in de ouderdom van ruim 50 jaar; getekend Jan Schimmel Hendriksz, J.G.W. Schreijer, B.H. Ludeker als executeuren [oprechte Haarlemsche courant 08-08-1811].
Jan Hendriksz Schimmel is oorspronkelijk afkomstig uit Goor, maar vertrok ca 1780 naar St Eustacius in de Caraïbische zee. Waardoor het aannemelijk is dat hij daar kennis maakte met de vader van Rosina Bouman.
Wanneer je dan deze gegevens achterhaald hebt, is het niet meer zo moeilijk om uit te vinden dat dit echtpaar niet 3 kinderen kreeg maar het geweldige aantal van 15 stuks! Na het overlijden van Hendrik Gullen in 1855 nam Rosina samen met enkele zoons het cargadoorsbedrijf van haar echtgenoot over. Zij verhuisde omstreeks 1865 naar Soest en woonde met haar drie ongehuwde dochters op het Langeind. Daar overleed zij ook in 1882. De dochters bleven hier wonen en overleden in 1912 en 1913 in Soest en de laatste in 1916 in Utrecht (hoewel ze nog in Soest woonde).
De vader van Hendrik Gullen was Jan Arend Gullen, ook genoemd Johan Aron Gullen, geboren te Kalmar in Zweden. De eerste zoon van Hendrik Gullen en Rosina Bouman werd genoemd naar zijn grootvader. Hij overleed op 10 dec 1835 te Gefle in Zweden. Ook hun laatste zoon heette weer Johan Aron Gullen. Hij bleef ongehuwd, was musicus en tevens stadsorgelopzichter te Amsterdam en wist in die functie te voorkomen dat omstreeks 1900 het hoofdorgel van de Nieuwe Kerk te Amsterdam ten prooi zou vallen aan een dramatisch restauratie. Daardoor kon dit orgel in 1981 weer in zijn oorspronkelijke 17e eeuwse staat teruggebracht worden..
En zo hebben we tenslotte toch weer een verbinding met de het orgel van de Oude Kerk te Soest.
NB. Voor mij is het nog een intrigerend puntje om te weten bij welk soort goederen het cargadoorsbedrijf Gullen betrokken was. Immers De eilanden St Bartholomeus, Guadeloupe en enkele anderen in het Caraïbische gebied waren de doorvoerhavens bij de slavenhandel.
Foto: Carolien Froentjes